skip to Main Content

Syds Krap opent de vergadering. Het is verheugend en stimulerend dat er zo’n grote opkomst is; er zijn 48 aanwezigen in De Colle.

Uulco Hoekstra doet als eerste verslag van de resultaten van de weidevogels. Het grillige weer in het voorjaar heeft met name de kievit parten gespeeld. Maart was koud, midden april hadden we temperaturen van 26° C. en eind april, toen de eerste legsels uitkwamen, was het koud met veel regen. Jild Bremer vond pas op 27 maart het eerste kievitsei van de wacht. Kievit, grutto en tureluur laten een achteruitgang zien. Alleen de scholekster is stabiel gebleven.

Door gebruik van camera’s krijgen we een beter beeld van de predatie: 70% door de vos, 20% door de steenmarter en 10% door de rest.

De zonnepanelen bij de pompen bij de plasdrasgebieden vertonen veel storing met name door schijterij van vogels. Bovendien zijn de installaties prachtige uitkijkposten voor de roofvogels. Een oplossing zou plaatsing van spijkerborden kunnen zijn.

Uulco roept op om ook op de andere (weide)vogels te letten en die als broedvogel te registreren. De vogelherkenningscursus van IVN-Leeuwarden is een aanrader in dezen. (Zie op de site van de vogelwacht onder ‘Nieuws’ voor meer informatie)

 

Dirk Henstra vertelt de resultaten van rayon Buitenpost. Van de oorspronkelijke 25 rayons van voorheen Vogelwacht Buitenpost zijn er 9 overgebleven en in slechts 4 daarvan zijn nog ruim weidevogels aanwezig. Over de hele lijn, bij alle vier weidevogelsoorten, is er sprake van sterke achteruitgang in vergelijking met voorgaande jaren.

Eindconclusie, binnen het gebied van de wacht concentreren de weidevogels zich steeds meer in en rond de plasdrasgebieden, waarvan we gelukkig in ons gebied steeds meer krijgen.

 

Jan Medenblik vult de gegevens aan voor de Skriezekrite:

  • De vogels verdwijnen uit het gangbare boerenbedrijf. Ze zitten steeds meer in en rond plasdrasgebieden en in weilanden met uitgesteld maaien.
  • Boeren maken weinig gebruik van legselbeheer.
  • Medio mei worden de weilanden opgemeten voor de vaststelling van de hoeveelheid fosfaat die een boer op zijn land mag gebruiken voor bemesting. Wat de boeren bij het maaien laten staan, wordt bij de berekening aan oppervlakte niet meegeteld. Het gevolg is dat boeren voor die datum bij het maaien zoveel mogelijk meenemen, aan de slootkanten tot aan het water toe, hoewel daar nauwelijks voedzaam gras staat. Een bizarre situatie, want nu worden de nesten van o.a. eenden kapot gemaaid, soms met eend en al. Jan gaat dit aankaarten bij ‘Noardlike Fryske Wâlden’.
  • Er is een wolf gesignaleerd in ons gebied. Die is uiteindelijk naar de Belgische Kempen getrokken en daar gebleven. Daarnaast is er een marterhond of wasbeerhond waargenomen.
  • Het was dit jaar verboden om zwarte kraaien te vangen.
  • In Sjoukjemuoisgat zit krabbenscheer. Het wachten is op de zwarte stern…

 

Harry Huizenga heeft veel werk verzet om alle 300 nestkasten in te voeren in de nieuwe app van de BFVW. Daardoor konden dit jaar voor het eerst de resultaten van de broedzorg bijgehouden worden via de app. De analyse van de gegevens gebeurt daarna via het computersysteem van de BFVW. Het blijkt dat het registratiesysteem van de BFVW de gegevens van de broedzorg niet kan verwerken. Het levert allerlei problemen op, waarmee men bezig is die op te lossen. Harry kan dan ook geen resultaten tonen. Geweldig sneu voor al het werk dat verzet is om de gegevens in de app in te voeren. Hopelijk kunnen we in ons jaarboekje de resultaten opnemen.

Harry’s indruk is dat over het geheel genomen de uitkomsten redelijk zijn, de ringmus talrijk aanwezig was en dat er weinig tweede legsels geweest zijn.

 

Bij de gierzwaluwen is er sprake van een toename, licht Willem van der Kooij toe. Bij de boerenzwaluw is er een kleine afname en bij de huiszwaluw een iets sterkere afname.

We zijn op zoek naar een nieuwe nazorger voor de boerenzwaluwen in Munnekezijl. Daar tellen de boeren niet, maar moet de nazorger dit zelf doen.

Bij Steensma aan de Gruytsweg in Warfstermolen hebben 12 paren oeverzwaluwen in een bult aarde op het erf met succes gebroed; er waren geen vervolglegsels.

 

Klaas de Vries doet verslag van het opsporen van nestplaatsen van de gierzwaluwen in Kollum. Naast de vluchttellingen die we al jaren doen, zijn we in 2017 begonnen met de inventarisatie van broedparen door vaststelling van nestplaatsen, een arbeidsintensief werk. Dit jaar zijn er mede dankzij de vele mooie zomeravonden goede vorderingen gemaakt. Klaas heeft tot nu toe 97 nesten in kaart gebracht. Het doel is de nesten te beschermen bij een eventuele renovatie van de betreffende panden. Hiertoe gaan we contact zoeken met de gemeente, de provincie, maar vooral met de eigenaren van de panden.

 

Koos Huizenga vertelt over het ontstaan van de Werkgroep Kerkuilen. In 1979 is op initiatief van Johan de Jong in Friesland een reddingsplan voor de kerkuil opgesteld en zijn er verspreid over de provincie werkgroepen opgericht. Bij de start waren er slechts 9 broedparen in Friesland. Ter vergelijking, in topjaar 2017 waren er 3364 broedparen. Dit toont het grote succes van de reddingsoperatie met name door de plaatsing van grote nestkasten.

Dit jaar was een daljaar met weinig muizen. Er waren 21 broedparen in de regio Noordoost-Friesland.

Vanwege het vele werk dat het bezoeken, controleren en ringen van de nesten met zich meebrengt, wordt de werkwijze aangepast. Voortaan worden nesten bezocht die door de boeren gemeld worden.

 

Na de pauze geeft Gerrit Tuinstra van Landschapsbeheer Friesland een presentatie over de houtwallen in Friesland. Gerrit vertelt over het ontstaan van het landschap en de verschillende landschapselementen, het beheer ervan, de biodiversiteit in de houtwallen, dobben, poelen en pingo’s en de resultaten van verschillende projecten hieromtrent. Dit alles ondersteunt met beeldmateriaal. Een boeiend en leerzaam verhaal.

Back To Top