skip to Main Content

Statuten Vogelwacht Kollum e.o.

Heden….. verschenen voor mij, … , hierna te noemen notaris….

  1. De heer Sijds Krap, geboren te, op, wonende … en
  2. Mevrouw Corrie Steringa , geboren te, op, wonende … ,

ten deze handelende in hun hoedanigheid van respectievelijk voorzitter en secretaris van de te Kollum gevestigde vereniging ‘Vogelwacht Kollum e.o.’ en met mandaat van-, en ter uitvoering van het besluit genomen in-, de vergadering van leden dier vereniging, gehouden op …

De statuten der genoemde vereniging zullen in het vervolg geheel luiden als volgt:

Naam en zetel

Artikel 1

De vereniging draagt de naam “Vogelwacht Kollum e.o.”

Zij heeft haar zetel te Kollum in de gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland

Inrichting

Artikel 2

  1. De organen van de vereniging zijn het bestuur en de algemene vergadering, alsmede alle overige personen en commissies die krachtens de statuten door de algemene vergadering belast zijn met een nader omschreven taak en aan wie daarbij door de algemene vergadering beslissingsbevoegdheid is toegekend
  2. De organen van de vereniging als bedoeld in lid 1 bezitten geen rechtspersoonlijkheid

Duur en Boekjaar

Artikel 3

Zij is aangegaan voor onbepaalde tijd.

  1. De vereniging is opgericht op eenentwintig april negentienhonderd zesenveertig te Kollum in de gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland.
  2. Het boekjaar van de vereniging loopt van één januari tot en met eenendertig december.

Doel

Artikel 4

  1. De vereniging heeft als doel:

De instandhouding van de in het wild levende fauna en flora in het algemeen en de avifauna in het bijzonder in de omgeving van Kollum, Burum, Kollumerpomp, Warfstermolen en Munnekezijl en zo nodig daarbuiten.

  1. Zij tracht haar doel te bereiken door:
    1. het lidmaatschap te verwerven van de “Bond van Friese Vogelbeschermingswachten”, gevestigd te Leeuwarden, in deze statuten nader aan te duiden als: de bond;
    2. het bestuderen van de voorwaarden, waaraan het landschap moet voldoen om een goede vogelstand te doen blijven voortbestaan;
    3. het bestuderen van de wijzigingen in het landschap, die de vogelstand ten goede of ten kwade kunnen beïnvloeden;
    4. het bevorderen van de vogelbescherming en de vogelverzorging om te trachten de nadelen, veroorzaakt door het opdringen van de cultuur, zo goed mogelijk te ondervangen;
    5. het bevorderen en uitoefenen van toezicht op de naleving van de wettelijke voorschriften inzake vogelbescherming;
    6. het uitbreiden van de natuurbeschermingsgedachte door het houden van bijeenkomsten over natuurbescherming en ontspanning in de natuur en het uitgeven van geschriften om bekendheid te geven aan de werkzaamheden van de vereniging
    7. het verstrekken van advies en het verrichten van voor- en nazorg in het werkgebied van de vereniging ten aanzien van het eieren zoeken en de beheersjacht, een en ander in overleg met betrokken veehouders of landgebruikers;
    8. het verstrekken van adviezen inzake de praktische middelen welke de vogelbescherming ten diensten kunnen staan;
    9. het verstrekken van advies aan instanties die met landschapswijzigingen en milieubeheer te maken hebben;
    10. het overeenkomstig haar doelstellingen behartigen van de belangen der vereniging en van haar leden bij de overheid, rechts- en natuurlijke personen;
    11. het bijeenbrengen en verzamelen van gegevens over fauna en flora in het werkgebied van de vereniging ;
    12. het samenwerken met andere verenigingen of instellingen op het gebied van de vogel-, natuur- en landschapsbescherming, wanneer zulks wenselijk is in verband met het gestelde doel;
    13. alle andere wettig geoorloofde middelen, welke aan het doel dienstbaar kunnen zijn.

Leden en toelating

Artikel 5

b. Personen, die door de bond leverslang zijn uitgesloten van het bekleden van een functie, kunnen niet tot lid van de vereniging worden toegelaten.

  1. a. Leden zijn natuurlijke personen. De toelating van de leden geschiedt overeenkomstig het hierna onder 7 bepaalde.
  2. De vereniging bestaat uit:
    1. gewone leden;
    2. donateurs
    3. ereleden
    4. leden van verdienste
  3. Gewone leden zijn personen, die de zestienjarige leeftijd hebben bereikt en als lid zijn toegelaten overeenkomstig het hierna in lid 7 bepaalde.
  4. Donateurs zijn zij die zich bereid verklaard hebben de vereniging financieel e steunen met een door de algemene vergadering jaarlijks vast te stellen minimum bijdrage.
  5. Ereleden zijn personen, die daartoe op grond van- en op de wijze als bepaald in het huishoudelijk regelement zijn benoemd. Zij zijn vrij van de verplichting tot betaling van contributie.
  6. Gewone leden en leden van verdienste zijn verplicht jaarlijks een door de algemene vergadering vastgestelde contributie te betalen. De wijze van inning van contributies en donaties wordt door het bestuur geregeld.
  7. Als lid kan men worden toegelaten nadat men schriftelijk een verzoek daartoe bij het bestuur heeft ingediend.
  8. Indien een minderjarig lid van de vereniging wenst te worden dient het verzoek tevens door de wettelijke vertegenwoordiger te zijn getekend. Lidmaatschap is op basis van adres. Het bestuur beslist over de toelating. Bij niet-toelating door het bestuur kan op verzoek van de betrokkenen alsnog door de eerstvolgend plaatsvindende algemene vergadering tot toelating worden besloten.

  9. Donateur kan men worden door schriftelijk aanmelding bij het bestuur, dat over de toelating beslist.

Verplichtingen

Artikel 6

  1. De leden zijn verplicht:
    1. de statuten en reglementen van de vereniging, alsmede de besluiten van de organen, als bedoeld in artikel 2 na te leven;
    2. de belangen van de vereniging en de bond of van zijn organen in het algemeen niet te schaden;
    3. alle overige verplichtingen na te komen, welke de bond in naam van zijn leden aangaat;
    4. om tot hun vereniging geen personen als lid toe te laten, die door de bond levenslang zijn uitgesloten.
  2. Een lid kan de toepasselijkheid van een besluit, waarbij andere verplichtingen dan van geldelijke aard zijn verzwaard, met inachtneming van het bepaalde in artikel 9 lid 5, door opzegging van het lidmaatschap te zijnen opzichte statutair uitsluiten.
  3. Door de vereniging kunnen in naam van de leden geen verplichtingen worden aangegaan, dan nadat het bestuur daartoe door de algemene vergadering vertegenwoordigingsbevoegd is verklaard.

Middelen

Artikel 7

  1. De middelen der vereniging bestaan uit de contributies van de leden, uit bijdrage van de donateurs, uit subsidies, uit eventuele verkrijgingen ingevolge erfstellingen, legaten en schenkingen en tenslotte uit eventuele andere toevallige baten.
  2. Ieder lid betaalt een contributie, waarvan het bedrag jaarlijks door de algemene vergadering tijden de jaarvergadering wordt vastgesteld.

Schorsing

Artikel 8

In het algemeen zal strafbaar zijn handelen of nalaten in strijd met de statuten, reglementen en of besluiten van organen van de vereniging, of waardoor de belangen van de vereniging worden geschaad, aanleiding zijn voor het schorsen van het lid.

Het bestuur is bevoegd een lid te schorsen voor een periode van ten hoogste een maand in geval het lid bij herhaling in strijd handelt met zijn lidmaatschapsverplichtingen of door handelingen gedragingen het belang van de vereniging in ernstige mate heeft geschaad. Gedurende de periode dat een lid is geschorst, heeft hij geen toegang tot een algemene vergadering en kan hij aldaar niet aan de stemming deelnemen, terwijl hem bovendien gedurende deze periode ook andere aan het lidmaatschap verbonden rechten kunnen worden ontzegd.

Einde (ere)lidmaatschap

Artikel 9

1.   Het (ere) lidmaatschap eindigt:

a.   door overlijden van het lid;

b.  door opzegging door het lid;

c.   door opzegging namens de vereniging;

d.  door ontzetting.

De opzegging door het bestuur kan onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap tot gevolg hebben, wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. De opzegging geschiedt steeds schriftelijk met opgave van de reden(en).

De ontzetting geschiedt door het bestuur, dat het betrokken lid te spoedigste van het besluit, met opgave van reden(en), in kennis stelt. De betrokkene is bevoegd binnen een maand na ontvangt van de kennisgeving in beroep te gaan bij de algemene vergadering.Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. Het besluit van de algemenen vergadering tot ontzetting zal moeten worden genomen met tenminste twee/derde van het aantal uitgebrachte geldige stemmen.

  1. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden tegen het einde van een verenigingsjaar. Zij geschiedt door een schriftelijke kennisgeving, welke voor de eerste december voorafgaand aan het jaar met ingang waarvan het lidmaatschap dient te worden beëindigd, in het bezit van de secretaris moet zijn. Deze is verplicht de ontvangst binnen acht dagen schriftelijk te bevestigen. Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatst gehad, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende verenigingsjaar, tenzij het bestuur anders besluit of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
  2. Opzegging namens de vereniging kan tegen het einde van het lopende verenigingsjaar geschieden door het bestuur met inachtneming van tenminste vier weken, wanneer het lid, na daartoe bij herhaling schriftelijk te zijn aangemaand, op de eerste oktober van het boekjaar niet ten volle aan zijn geldelijke verplichtingen jegens de vereniging heeft voldaan, alsmede wanneer het lid eniger tijd door de statuten voor het lidmaatschap gesteld mochten worden.
  3. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging, op onredelijke wijze benadeelt.
  1. Een opzegging als bedoeld in artikel 6 lid 2 dient te geschieden binnen een maand nadat het bedoelde besluit aan het lid is bekend geworden is meegedeeld.
  2. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar, ongeacht de reden of oorzaak, eindigt, blijft desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel door het lid verschuldigd, tenzij het bestuur anders besluit.
  3. In afwijzing van het bepaalde in de eerst volzin van artikel 2:36 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek kan een lid zich door opzegging van zijn lidmaatschap niet onttrekken aan een besluit krachtens hetwelk de verplichtingen van geldelijke aard van de leden worden verzwaard, behoudens uiteraard het in lid 2 van dit artikel bepaald.

Bestuur

Artikel 10

  1. a.   Het bestuur bestaat uit tenminste drie meerderjarige personen, die door de algemene

vergadering worden benoemd. De benoeming geschiedt uit de leden.

b.  Het aantal bestuurders wordt vastgesteld door de algemene vergadering.

c.   De voorzitter wordt in functie gekozen.

  1. De benoeming van bestuursleden geschied uit een of meer binnen de voordrachten, behoudens het bepaalde in lid 3.
  2. Tot het maken van een dergelijke voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als tenminste vijf leden /of een zodanig aantal leden als bevoegd tot het uitbrengen van een/tiende gedeelte van de stemmen.De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de vergadering meegedeeld. Een voordracht door vijf leden of meer leden/of een zodanig aantal als bevoegd is tot het uitbrengen van een/tiende gedeelte der stemmen moet tenminste drie dagen voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend en vergezeld zijn van een schriftelijke bereidverklaring van de voorgestelde kandidaat.

  3. Aan elke voordracht kan het bindende karakter worden ontnomen door een met tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene vergadering, genomen in een vergadering waarin tenminste twee/derde van de leden tegenwoordig is.
  4. Is geen voordracht opgemaakt, of besluit de algemene vergadering, overeenkomstig het voorgaande lid de opgemaakte voordrachten het bindend karakter ontnemen, dan is de algemene vergadering vrij van keus.
  5. Indien er meer dan een bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.
  6. In zijn eerste bestuursvergadering na een bestuursverkiezing verdeelt het bestuur in onderling overleg de overige functies en stelt zij door elke bestuurslid diens taak vast en doet hiervan, hetzij in het verenigingsblad, hetzij door middel van een schriftelijke kennisgeving, mededeling aan alle leden.
  7. Ieder bestuurslid is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer bestuurders behoort, is ieder van hen hoofdelijk aansprakelijk tegenover de vereniging, tenzij hij bewijst dat de tekortkoming niet aan hem te wijten is en dat hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
  8. De algemene vergadering kan een bestuurslid schorsen of ontslaan indien zij daartoe termen aanwezig acht. Voor een besluit daartoe is een meerderheid vereist van tenminste twee/derde van de uitgebrachte geldige stemmen.
  9. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.

  10. De bestuurders zijn bevoegd te allen tijde zelf hun ontslag te nemen, mits dit schriftelijk geschiedt met een opzeggingstermijn van tenminste drie maanden.
  11. Jaarlijks treedt een bestuurslid af volgens een door het bestuur op te maken rooster. De afgetredene is terstond herkiesbaar.

Vertegenwoordiging

Artikel 11

  1. De vereniging wordt in- en buiten rechte vertegenwoordigd door het bestuur. Deze verenigingsbevoegdheid wordt mede toegekend aan de voorzitter tezamen met de secretaris.
  2. Het in lid 1 bepaalde laat onverlet de bevoegdheid van het bestuur om voor bepaalde gevallen speciale vertegenwoordigingsvoorzieningen te treffen. Een machtiging aan de penningmeester om te beschikken over banksaldi zulks is slechts mogelijk binnen de volmacht nauwkeurig omschreven grenzen.
  3. Bestuur kan in de bondvergadering optreden als vertegenwoordiging van de wacht.
  4. Voor het aangaan van geldleningen, alsmede voor het kopen, vervreemden, bezwaren, huren of verhuren van onroerende goederen, voor overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijke medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt, behoeft het bestuur de goedkeuring van de algemene vergadering.

Algemene vergadering

Artikel 12

  1. Binnen zes maanden na afloop van elk boekjaar wordt een algemene vergadering (jaarvergadering) gehouden. Het bestuur brengt in deze vergadering zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van de nodige bescheiden, rekening en verantwoording van zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur.
  2. De algemene vergadering benoemt jaarlijks, doch uiterlijk dertig dagen voor de jaarvergadering, een commissie van tenminste twee leden, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur, tot onderzoek van de rekening en verantwoording over het laatst verstreken boekjaar. De commissie breng ter jaarvergadering verslag uit van haar bevindingen. Vereist het onder bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie zich – na overleg met het bestuur – door een deskundig doen bijstaan.
  3. Het bestuur is verplicht aan deze commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden der vereniging te vertonen en inzage van de boeken en bescheiden ter vereniging te geven.
  4. Goedkeuring door de algemenen vergadering van het jaarverslag en de rekening en verantwoording strekt het bestuur tot decharge.
  5. Indien de goedkeuring van de rekening en verantwoording wordt geweigerd, benoemd de algemene vergadering een andere commissie bestaande uit tenminste drie leden, welk e een nieuwe onderzoek doet van de regeling en verantwoording. Deze commissie heeft dezelfde bevoegdheden als de eerder benoemde commissie. Binnen een maand na de benoeming brengt zij aan de algemene vergadering verslag uit van haar bevindingen. Wordt ook dan de goedkeuring geweigerd dan neemt de algemene vergadering die maatregelen welke door haar in het belang van de vereniging nodig mocht worden geacht.
  6. Indien het tijdstip van de jaarvergadering hierin niet voorziet, dient tenminste een week voor een bondsvergadering een (wacht)vergadering te worden gehouden. De agenda van deze vergadering bevat naast de benoeming van de in artikel 11 lid 3 genoemde leden-afgevaardigden/ plaatsvervangende ledenafgevaardigden, de agenda van de bondsvergadering.

Artikel 13

  1. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur, met inachtneming van een termijn van acht dagen. De bijeenroeping geschiedt door een aan alle leden te zenden schriftelijke mededeling.
  2. Behalve genoemde jaarvergadering zullen algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur zulks wenselijk acht, als mede zo dikwijls zulks schriftelijk met opgave van de te behandelen onderwerpen wordt verzocht door tenminste een zodanig aantal gezinsleden als bevoegd is tot het uitbrengen van een/tiende gedeelte der stemmen in de algemene vergadering, indien daarin alle gezinsleden vertegenwoordigd of vertegenwoordigd zijn.
  3. Na ontvangst van een verzoek als in lid 2 bedoeld is het bestuur verplicht tot bijeenroeping van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek tot bijeenroeping binnen veertien dagen nadat dit door het bestuur werd ontvangen, geen gevolg heeft gegeven, zullen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping kunnen overgaan op de wijze waarop het bestuur algemene vergadering bijeenroept.

Artikel 14

  1. Elke vertegenwoordiger van een gezinslid heeft toegang tot de algemene vergadering en heeft daar per gezin één stem. Ieder lid is bevoegd zijn stem te doen uitbrengen door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid. Een lid kan ten hoogste twee stemmen uitbrengen; zijn eigen gezinsstem, alsmede die van een volmachtgever.
  2. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen heeft, mits net voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering. Een dergelijk besluit wordt door de secretaris aangetekend in het verslag, terwijl er melding van wordt gemaakt tijdens de eerstvolgende algemene vergadering.
  3. Stemming over zaken geschiedt mondeling, over personen schriftelijk. Het aannemen van voorstellen bij acclamatie is mogelijk, mits dit geschiedt op voorstel van de voorzitter.
  4. Over alle voorstellen betreffende zaken wordt beslist bij volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen, voor zover de statuten niet anders bepalen. Bij staking van de stemmen wort het voorstel geacht te zijn verworpen. Bij stemming over personen is hij gekozen, die de volstrekte meerderheid der uitgebrachte op zich heeft verenigd. Indien niemand die meerderheid heeft verkregen wordt een tweede stemming gehouden tussen de personen, die het grootste aantal der uitgebrachte stemmen hebben verkregen en is hij gekozen, die bij de tweede stemming de meerderheid der uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Indien bij de tweede stemming de stemmen staken, beslist het lot. Onder stemmen worden in dit artikel verstaan geldig uitgebrachte stemmen, zodat niet in aanmerking komen blanco en met de naam van het stemmend lid ondertekende stemmen.
  5. Een ter vergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel dat een besluit is genomen, i s beslissend. Indien echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan wordt betwist, vindt een nieuwe stemming plaats wanneer de meerderheid der vergadering, of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt.

Artikel 15

  1. De voorzitter van het bestuur leidt de vergaderingen. Bij zijn afwezigheid zal een der andere bestuursleden als leider der vergadering optreden.
  2. Van het ter algemene vergadering verhandelde worden door de secretaris of door een door de voorzitter aangewezen lid der vereniging notulen gehouden.

Statutenwijziging

Artikel 16

  1. Wijziging van de statuten kan slechts plaats hebben na een besluit van de algemene vergadering, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat daarin wijziging van de statuten worden voorgesteld.De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering moet ten minste veertien dagen bedragen.
  2. Zij, die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste vijf dagen voor de dag der vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen (en) woordelijk is (zijn) opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag, waarop de vergadering wordt gehouden.
  3. Het hiervoor bepaalde is niet van toepassing indien ter algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijzingen met algemene stemmen wordt aangenomen.
  4. Een besluit tot statutenwijziging behoeft tenminste twee/derde van de uitgebrachte geldige stemmen, in een vergadering waarin tenminste twee/derde van de leden-afgevaardigden aanwezig is. Indien geen twee/derde van de leden-afgevaardigden aanwezig is, wordt binnen vier weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin over het voorstel, zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal aanwezige leden-afgevaardigden, een besluit kan worden genomen, mits met een meerderheid van tenminste twee/derde van de uitgebrachte geldige stemmen.

Artikel 17

  1. De statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt.
  2. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neder te leggen ten kantore van de Kamer van Koophandel en Fabrieken binnen welke gebied de vereniging haar woonplaats (zetel) heeft.

Ontbinding en vereffening

Artikel 18

  1. Behoudens het bepaalde in artikel 2:19 lid 1 sub 2 tot en met f van het Burgerlijk Wetboek wordt de vereniging ontbonden door een besluit daartoe van de algemene vergadering genomen met tenminste twee/derde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin tenminste drie/vierde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is.
  2. Bij gebreke van het aantal te behalen stemmen, kan ongeacht het aantal ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden tot ontbinding worden besloten op een volgende binnen vier weken na de eerste, te houden vergadering, met een meerderheid van twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen.
  3. Bij de oproeping tot de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde vergaderingen moet worden meegedeeld dat ter vergadering zal worden voorgesteld de vereniging te ontbinden. De termijn voor oproeping toto zodanige vergaderingen moet ten minste veertien dagen bedragen.
  4. Indien bij een besluit tot ontbinding te dien aanzien geen vereffenaars zijn aangewezen, geschiedt de vereffening door het bestuur.
  5. De vereffenaars dragen er zorg voor dat van de ontbinding van de vereniging inschrijving geschied in het register bedoeld in artikel 17 lid 2.
  6. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden vereniging gedurende tien jaren berusten en de daartoe alsdan aangewezen persoon.
  7. Een eventueel batig saldo zal worden aangewend voor door de algemene vergadering te bepalen zodanige doeleinden als het meeste met het doel van de vereniging overeenstemmen. Voor zover afkomstig van subsidies gaat het batig saldo, of een evenredig deel daarvan, terug naar de desbetreffende subsidiegever.
  8. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening van zijn vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten en reglementen voor zover mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de bond uitgaan moeten aan zijn naam worden toegevoegd de woorden “in liquidatie”.

Huishoudelijk reglement

Artikel 19

  1. De algemene vergadering kan bij huishoudelijk reglement nadere regels geven omtrent het lidmaatschap, het bedrag der contributies en entreegelden, de werkzaamheden van het bestuur, de vergaderingen, de wijze van uitoefening van het stemrecht, het beheer en gebruik van de werktuigen der vereniging en alle verdere ontwerpen waarvan de regeling haar gewenst voorkomt.
  2. Wijziging van het huishoudelijk reglement kan geschieden bij besluit van de algemene vergadering indien dit schriftelijk wordt verzocht door tenminste een/derde gedeelte van de leden der vereniging.
  3. Het huishoudelijk reglement zal geen belang mogen bevatten die afwijken van of die in strijd zijn met de bepalingen van de wet of van de statuten, tenzij de afwijking door de wet of de statuten wordt toegestaan.
Back To Top