skip to Main Content

Seizoen 2020

 

Het broedseizoen 2020 begon in maart met veel zon, vorst en droogte, terwijl eind februari erg nat was. Zo nat zelfs dat de boeren niet in staat waren om de solarpompen naar de plasdraspercelen te brengen.

In de maanden april, mei en juni bleef de droogte aanhouden, waardoor de bodem uitdroogde en bikkelhard werd. Hierdoor kregen verschillende soorten weidevogels de snavels niet meer de grond in en waren de regenwormen niet meer bereikbaar, doordat die diep in de grond wegkropen. Ook kwamen de insecten minder tot ontwikkeling en was er dus weinig voedsel voor de volwassen vogels, maar ook voor de kuikens.

In het veld kon je waarnemen dat veel vogels niet aan de leg kwamen of pas heel laat aan de broedperiode begonnen. Een deel van de grutto’s begon zo rond 15 mei met broeden.

Veel boeren kwamen de vogels te hulp door de plasdrasgebieden en ook de greppels in het land met behulp van pompen zo nat mogelijk te houden. Deze natte plekken hebben ervoor gezorgd dat een aantal weidevogels nog tot broeden zijn gekomen.

Al jaren kunnen we in ons gebied zien wat voor grote toegevoegde waarde natte gebieden hebben voor de weidevogels. De vogelwacht is erg gelukkig met de vele boeren die een deel van hun percelen voor vernatting inrichten. Inmiddels tellen we 18 van deze natte gebieden.

 

Verhoging van het slootwaterpeil en greppelplasdras bij mts. Brinkman

 

Hoge predatiepiek

Vorig jaar 2019 hadden we een extreem hoog aanbod van veldmuizen, waardoor de predatoren veel jongen konden grootbrengen. Ook de bijzonder zachte winter die volgde zorgde ervoor dat er een overschot aan predatoren was in het broedseizoen 2020.

Doordat de muizenstand in dit seizoen naar beneden kelderde, moest er naar ander voedsel worden gezocht. Hiervan zijn de weidevogels de dupe geworden, veel eieren, jonge kuikens maar ook volwassen vogels werden in grote aantallen gepredeerd.

 

Cameravallen

Om iets aan de hoge predatie te kunnen doen, wordt er tegenwoordig om foto’s gevraagd waarop de predator is vastgelegd. Daarvoor stelt de provincie cameravallen beschikbaar.

Ook onze skriezekrite heeft zich in het najaar 2019 aangemeld om aan deze proef met cameravallen deel te nemen.  Wij werden een van de proefgebieden om de predatie met name van de steenmarter vast te leggen en kregen daarvoor acht camera’s tot onze beschikking.

Met de hulp van diverse nazorgers hebben we de camera’s over het gebied verspreid en bij de nesten van weidevogels geplaatst.

Over het hele broedseizoen hebben we bij 32 nesten een camera geplaatst, hiervan werden maar liefst 23 nesten gepredeerd. Dat betekend dat een predatie van 70% werd vastgelegd.

 

Predatie van een scholeksternest door de vos bij mts. van Dellen

 

4 nesten werden uitgehaald  door wezel of hermelijn.

6 nesten door de steenmarter en

13 nesten door de vos.

Extreem was de waarneming bij Alco Vegter. Bij het plasdrasperceel hadden 10 kluten hun nest bij de waterrand liggen; 9 van deze nesten werden alle gepredeerd door een vos.

 

Er is een uitgebreid verslag van onze waarnemingen gemaakt en dat is voor een beoordeling naar het bureau Dierenecologie gezonden. De predatie werd door hen veel te hoog bevonden en zij hebben  het advies gegeven om bij de provincie Fryslân een ontheffing aan te vragen om met de hulp van enkele jagers de predatoren te bestrijden.

 

Inmiddels ligt de aanvraag voor ontheffing bij de provincie.

We hopen voor het broedseizoen van 2021 een  positief antwoord van de provincie te krijgen, waardoor onze mogelijkheden om wat aan de predatie te kunnen doen worden vergroot.

 

 

 

Kievitsnest gepredeerd door steenmarter bij mts. Vegter

 

Broedseizoen 2020 bijzonder slecht

Door de zeer hoge predatiedruk, hoger dan voorgaande jaren en een weersgesteldheid die uitermate slecht was voor het broedseizoen van de weidevogels, verbaast het niet dat we van een bijzonder slecht jaar voor de weidevogels kunnen spreken.

Het is heel teleurstellend dat met alle maatregelen en financiële middelen die worden ingezet voor het behoud van onze weidevogels, nog steeds een scherp dalende lijn wordt waargenomen.

Als nazorgers van de vogelwacht Kollum is het dan ook bijzonder teleurstellend, dat met de enthousiaste inzet van zoveel mensen toch de dalende lijn niet kan worden gestopt.

 

Voor het cijfermatige verslag: zie het verslag van nazorgcoördinatoren Uulco Hoekstra en Dirk Henstra.

 

Tot slot

En toch hebben we in onze skriezekrite op veel plaatsen percelen die een uitstekend biotoop vormen voor een goede weidevogelpopulatie.

Het grootste deel van onze boeren heeft de weidevogels diep in hun hart gesloten en vinden dat de weidevogels de gasten op hun bedrijf zijn.

We hebben gelukkig nog een grote groep nazorgers die in het voorjaar tijd vrijmaken om enthousiast  de vogels te beschermen en te inventariseren.

Bovendien hebben we de Noardlike Fryske Wâlden (NFW) en Bond Friese VogelWachten (BFVW) ter ondersteuning van de werkzaamheden.

Ik wil een ieder hartelijk danken voor de inzet en de medewerking in het belang van onze weidevogelpopulatie.

 

Allemaal hartelijk dank.

 

De beheerregisseurs:

Jan Medenblik

Koos Huizenga

 

 

 

 

Back To Top