skip to Main Content

Verslag van de najaarsvergadering van Vogelwacht Kollum e.o. op 28 oktober 2021

Voorafgaand aan de vergadering wordt het bestuur op de foto gezet voor het jubileumboek dat de vogelwacht gaat uitgeven vanwege het 75 jarig bestaan.

Sies Krap opent de vergadering in De Colle om 20:00 uur. Er zijn rond de 40 aanwezigen. Een bijzondere vergadering, omdat we voor het eerst sinds twee jaar weer bij elkaar zijn met de nazorgers en vrijwilligers van de verschillende werkgroepen. In zijn openingswoord benadrukt de voorzitter het grote belang van de goede samenwerking met de Noardlike Fryske Wâlden (NFW) en de boeren binnen ons wachtgebied en betrekt de nazorgers daarbij die onmisbaar zijn bij het beschermingswerk.

Er is een volle agenda: Akkervogels, Weidevogels (Nazorg), Zangvogels (Nestkasten), Zwaluwen met een afzonderlijke presentatie van de Gierzwaluwen, Kerkuilen en na de pauze een presentatie van de Skriezekrite Kollum/Buitenpost, in het bijzonder de plasdras van Arend Sonneveld, aangevuld met informatie over het Aanvalsplan Grutto.

 

Akkervogels

Sies Krap geeft informatie over enkele beheerpakketten die NFW dit voorjaar gestart is met een aantal boeren in het akkerbouwgebied boven Kollumerpomp en rond Warfstermolen. Boeren krijgen vergoeding voor het aanleggen van kruidenrijke akkerranden en vogelakkers. Een van de voorwaarden is dat de akkervogels geïnventariseerd worden. Een zevental tellers van de vogelwacht voert dit uit volgens de BMP-telmethode van Sovon, waar de gegevens geregistreerd worden. Daarnaast worden er in de herfst en winter tellingen verricht op wintervoedselakkers, een ander beheerpakket bij NFW. Deze pakketten lopen tot 2023, daarna kunnen boeren opnieuw een plan indienen.

Weidevogels

Dirk Henstra en Uulco Hoekstra doen verslag van het broedseizoen van de weidevogels. Jilt Bremer, bij de volwassenen, en Hesseljan van Lune, bij de jeugd, waren de vinders van het eerste kievitsei. Binnen ons wachtgebied is er niet alleen een goede samenwerking met de boeren om de weidevogels te beschermen, er is een grote groep boeren die zich extra inspant om de weidevogelstand te verbeteren. Vorig jaar hadden we 16 plasdrasgebieden in ons rayon en dit jaar zijn er weer een aantal bij gekomen en het aantal blijft groeien. Dit levert een van de mooiste gebieden op in Friesland voor de weidevogels. Twee jaar achtereen is het broedresultaat van de grutto’s in ons gebied zelfs toegenomen!

Vooral in de gebieden met verhoogd waterpeil in de sloten, met water in de greppels en in de plasdrasgebieden zien we een toename van de weidevogels en een verbetering van de resultaten met name van de kievit en de grutto. Er is ook sprake van verplaatsing, want de vogels trekken steeds meer weg uit de intensief bewerkte graslanden naar de plasdraspercelen.

Dit jaar is er vanwege het weer erg laat voor het eerst gemaaid, wat een groot voordeel was voor de jonge vogels. Een groot aantal van de kuikens waren al groot genoeg voordat er gemaaid werd. Het leidde tot een hoge BTS (bruto territoriaal succes) bij de grutto.

Bij de kievit zijn door het weer aanvankelijk veel jonge kuikens doodgegaan en waren er relatief veel vervolglegsels. Als een kievit zijn kuikens van niet ouder dan een week verliest, kan hij nog aan een vervolglegsel beginnen. Dan zit er wel meer tijd tussen de legsels dan wanneer hij zijn eieren verliest. Daardoor hadden we late vervolglegsels tot aan juni toe.

De tureluur krijgt het de laatste jaren moeilijker. Nu vertekenen de registratiegegevens bij deze vogel wel enigszins, omdat de nesten en ook de broedparen niet altijd gevonden of opgemerkt worden. Dit blijkt uit de alarmtellingen.

Bij de overige soorten valt vooral de kluut op met 33 broedparen.

De nazorgers krijgen bericht via de mail met instructies hoe gehandeld moet worden in de beheergebieden.

Vanuit de zaal wordt opgemerkt dat het contact met de boeren goed is, maar minder goed met de loonwerkers. Reactie, het gebeurt wel, maar kan inderdaad beter. NFW realiseert zich dat ook en organiseert cursussen voor loonwerkers.

Dit jaar mocht de steenmarter in ons gebied bejaagd worden. Er zijn 12 vallen uitgezet, waarin 10 à 11 steenmarters gevangen zijn. Hopelijk krijgen we volgend jaar weer een vergunning. Vossen mochten ook bejaagd worden met lichtbakken, maar vanwege de avondklok bij de coronamaatregelen en vanwege de vogelgriep is dat in beperkte mate uitgevoerd; er zijn nog wel acht vossen geschoten. Over het algemeen was er dit jaar minder predatiedruk.

Nestkasten

Harry Huizenga vertelt over de broedresultaten bij de nestkasten. Controle van de kasten gebeurt vaak in drie ronden: eerst in de eifase, twee weken later vaststelling hoeveel jongen er zijn en weer twee weken later het eindresultaat bepalen.

Er hangen nu 329 kasten. Doordat betrouwbare cijfers van 2020 ontbreken, zijn de cijfers vergeleken met 2019. De ringmus en de pimpelmees zaten dit jaar in de plus, de koolmees blijft stabiel. Deze drie soorten telden 184 broedparen. Bij de andere zangvogels in de kasten schommelden de resultaten wat heen en weer: huismus, spreeuw, boomkruiper, boomklever en gekraagde roodstaart. Bij deze vijf soorten gaat het om kleine aantallen, samen 12 broedparen. Er zijn bijna 1200 jongen uitgevlogen. Er waren weinig tot geen tweede legsels.

Van de door de gemeente uitgedeelde kasten aan inwoners van Achtkarspelen zijn de gegevens niet bekend. Die gemeente heeft daarover geen bericht gedaan. Het is de vraag of alle kasten gecontroleerd zijn. Dit is wel het geval bij de 50 kasten waarvoor de vogelwacht verantwoordelijk is en die in dit kader in Egypte opgehangen zijn. Daarvoor is een apart rayon gemaakt, evenals van de 20 kasten in het Paradyske, die in het kader van een bollenplantactie geplaatst zijn. Daarover worden goede resultaten gemeld. In Burum hangen inmiddels 55 nestkastjes, waarvan dit jaar maar weinig bezet waren.

Behalve de gebruikelijke overlast van de specht, was er dit jaar zelfs een wespennest in een kast waaruit de ringmus verjaagd werd. Van de natuurbeschermingsvereniging uit Staphorst hebben we via Gerrit van Lune een groot aantal plaatjes gekregen ter bescherming van de ingang van de nestkasten.

Nog enkele bijzonderheden. Er is een aanvraag voor een bosuilenkast in het wildpark. Vraag aan de zaal wie deze in elkaar wil timmeren. Er zijn een drietal controleurs bij gekomen, in totaal zijn er nu 22. Er was weinig vandalisme.

Zwaluwen, algemeen

Hans van der Werff geeft in een serie overzichten de stand van de zwaluwen weer.

Het aantal gierzwaluwen in Burum, Warfstermolen (de laatste twee jaar nul) en Munnekezijl schommelt, maar blijft redelijk stabiel.

De huiszwaluw vertoont een dalende lijn, hoewel in sommige dorpen een lichte stijging te zien is. De huiszwaluw krijgt steeds meer te maken met aanpassingen van de woningen. Bij deze soort is dat goed te compenseren met kunstnesten die in de regel goed bezet worden.

Eind maart was de eerste melding van aankomst bij de boerenzwaluw. Vrij laat, 2 oktober, vertrok de laatste broedvogel De boerenzwaluw vertoont een grillig patroon van op- en neergang in aantal broedparen. Over de laatste zeven jaar schommelt het rond de 600 paren.

In 2019 telden we 6 broedparen van de oeverzwaluw, in 2020 waren dat er 20 en in 2021 geen. De vogelwacht is op zoek naar een geschikte locatie voor de aanleg van een oeverzwaluwenwand. De plek moet behalve geschikt voor de vogels, ook bereikbaar zijn voor publiek om er veilig naar te kunnen kijken.

Over het algemeen hebben de zwaluwen het moeilijk door de afname van insecten.

 

Gierzwaluwen in Kollum

De gierzwaluwen waren laat, 9 mei werden de eerste in Kollum gesignaleerd. Dit jaar stond in het teken van de monitoring van de nesten die in voorgaande jaren opgespoord zijn: hoeveel van de bekende nesten zijn er in 2021 daadwerkelijk bezet.

Nieuw is dat Kollum in vier wijken verdeeld is, die bij Sovon vanaf 2021 geregistreerd staan als telgebieden. De bedoeling is elk jaar van een wijk vast te stellen hoeveel broedgevallen (bezette nesten) er zijn. Zo ontstaat om de vier jaar een compleet beeld van Kollum. Alleen dit jaar wilde Klaas de Vries proberen alle vier wijken tegelijk te doen. Dat is gelukt samen met de hulp van een tiental waarnemers verspreid over Kollum die nesten bij hen in de buurt in de gaten hielden.

In 2020 waren er 184 bekende nesten, waarvan dit jaar zeven nesten verloren zijn gegaan, omdat de woningbouwstichting WoonFriesland vanwege klachten van bewoners de nestingangen dichtgetimmerd had. In goed overleg tussen de vogelwacht en WoonFriesland wordt de oude situatie gelukkig hersteld. Uitgangspunt was dus 177 nesten. Daarvan waren er 124 bezet, dat is 70%. Er werden 23 nieuwe nesten bij gevonden. Dat betekent dat van de totaal 200 nesten er 147 bezet waren. Volgens die rekensom zijn er 74% van de nesten bezet. Dit is vastgesteld in 127 bezoekronden van 20 minuten of meer.

Per wijk zijn er wel verschillen. Uitgaand van het totaal van 200 nesten is de bezettingsgraad in Kollum-Noordoost en Kollum-Zuidoost respectievelijk 83% en 77%; voor Kollum-Noordwest en Kollum-Zuidwest is dat 63% en 71%.

We zijn benieuwd hoe het volgend jaar is in Kollum-Noordwest en als de extra waarnemers weer meedoen, nemen we mogelijk Kollum-Zuidwest ook mee.

Kerkuilen

Koos Huizenga haalt zijn beroemde briefje tevoorschijn. Gerekend vanaf 2016 zijn er twee daljaren, waarin er altijd minder nesten van kerkuilen zijn vanwege de lagere muizenstand. Dit jaar was het ook een daljaar, maar door de slechte weersomstandigheden, vooral in het noorden van Fryslân, en de late winter waren er extra weinig broedgevallen, slechts 6.

 

Skriezekrite Kollum/Buitenpost

Jan Medenblik geeft een prachtige presentatie over de skriezekrite binnen de Noardlike Fryske Wâlden (NFW) met extra aandacht voor de plasdras van Arend Sonneveld.

De totale oppervlakte van het gebied is rond 1800 ha, waarvan 935 ha beheergebieden zijn, in verschillende vormen, verspreid over 35 boeren.

Weidevogels hebben natte percelen nodig. In het gebied liggen 20 greppelplasdras- of hoog slootwaterpercelen. Jan bespreekt de nieuwe plasdrassen en een aantal oudere. De plasdras bij Alco Vegter is vernieuwd en er is een schelpeneiland in aangelegd met merkbaar resultaat: de broedsels van de kluten, waarvan vorig jaar heel veel verloren gegaan zijn, bleven dit jaar gespaard.

Duidelijk is te merken dat de weidevogels klusteren in en rond de plasdrasweilanden. De resultaten van de afgelopen zes jaar zijn gunstig: de grutto stijgt licht, de kievit stijgt, de scholekster is stabiel, alleen de tureluur zit in een dalende lijn.

Als kerngebied van de weidevogels hebben we van de provincie ontheffing gekregen om de vos via de WBE en de steenmarter via  NFW te bejagen. Daardoor hebben we minder last van predatie.

De plasdras van Arend Sonneveld krijgt als parel van de NFW extra aandacht. Op deze percelen worden verschillende maatregelen toegepast om de weidevogelstand te verbeteren: hoog slootwaterpeil, water in de greppels, legselbeheer, uitgesteld maaien, kruidenrijk weiland met minimaal acht soorten kruiden, braakstroken op grasland en, heel belangrijk, beweiding. Dit laatste om gradatie in de begroeiing te bewerkstelligen en om veel insecten aan te trekken waar de jonge vogels de eerste weken van moeten leven; bovendien geeft het dekking voor de kuikens. Het is jammer dat beweiding nog niet opgenomen is in de beheerpakketten.

De braakstroken op grasland lijken een succes. Op 5 ha zijn stroken van in totaal 1 ha aangebracht. De zwarte grond warmt sneller op en trekt meer insecten aan, wat gunstig is voor de jongen die zich hierop bovendien goed kunnen verstoppen. Een vergelijking tussen dezelfde percelen in 2020 zonder stroken en in 2021 met stroken levert drie keer zoveel nesten en/of broedparen op.

 

Jan sluit zijn verhaal af met informatie over het Aanvalsplan Grutto. Er worden 34 gebieden aangewezen verdeeld over zes provincies in Nederland. Er komt per jaar 40 miljoen euro ter beschikking en 35 miljoen eenmalige inrichtingskosten. In Fryslân moeten 13 gebieden komen van minimaal 1000 ha per stuk. In 2022 start Fryslân met vier gebieden waaronder Kollum/Buitenpost.

Er zijn streefcriteria opgesteld waaraan het gebied na een aantal jaren moet voldoen:

  • Het moet minimaal 1000 ha groot zijn
  • 1 ha plasdras per 100 ha met aangrenzend kruidenrijk grasland
  • 50% van het gebied met hoog slootwaterpeil, 40 cm onder het maaiveld
  • 20% van het gebied wordt extensief beweid met 2 GVE (grootvee-eenheid) per ha
  • 30% van het gebied is kruidenrijk tot 1 juli met een rustperiode in overleg
  • 50% van het gebied heeft in overleg een rustperiode van 15 maart tot 1 juli
  • Geen kunstmest op percelen met uitgestelde maaidatum; alleen vaste fractie en ruige mest
  • Geen maïsteelt, want niet te combineren met hoog waterpeil, wel braakstroken
  • Predatie ontheffingen, openheid van het gebied

Er zijn veel vragen waarop nog weinig antwoorden te geven zijn. Duidelijk is dat er hoge eisen gesteld worden, waarvan enkele in ons gebied vrij eenvoudig te verwezenlijken zijn, zoals de eerste twee, maar de meeste de nodige inspanningen zullen vereisen en veel lastiger te halen zullen zijn.

Afsluiting

Vrijwilligers die een BMP-vogelcursus bij Sovon willen volgen, kunnen contact opnemen met Klaas de Vries voor meer informatie. Als je na het volgen van de cursus mee gaat doen aan een vogeltelling bij Sovon, is de cursus gratis.

Voor volgend jaar staat een excursie naar Noarderleech gepland op 28 mei.

We hopen op 25 februari 2022 ons 75 jarig jubileum, eigenlijk 75+, feestelijk te kunnen vieren. Nadere berichten hierover volgen.

Op 1 april 2021, geen grap, houden we een gecombineerde jaar- en voorjaarsvergadering.

 

Sies sluit de vergadering rond 22:30 uur.

Back To Top