“Fryslân is van groot belang voor doortrekkende en overwinterende wad- en watervogels. Ganzen, eenden, steltlopers,…
1. Het ei moet gevonden zijn op een plaats en een tijdstip waarop dat is toegestaan. Dat betekent dus niet op land waar het ‘aaisykjen’ door de eigenaar of de gebruiker is verboden of verboden voor bepaalde personen. Dus een nazorger die met uitsluiting van alle anderen mag zoeken op het land van een grondgebruiker, kan niet als vinder van een eerste ei worden erkend. De vindplaats moet dus toegankelijk zijn voor iedere daartoe bevoegde ‘aaisiker’ (zie 2).
2. De vinder moet in het bezit zijn van een geldige nazorgpas tenzij hij/zij 11 jaar of jonger is. Alle ‘aaisikers’ vanaf 12 jaar en ouder staan ingeschreven in de database: www.bfvwregistraasje.frl. Vindt een boer op zijn eigen grond een eerste ei dan verstrekt de vogelwacht hem direct een nazorgpas en verzorgt men de aanmelding op www.bfvwregistraasje.frl. De boer moet dan wel nazorg op zijn landerijen toestaan en voldoen aan de overige bepalingen in dit reglement.
3. De houder van de pas neemt direct na zijn/haar vondst contact op met een vertegenwoordiger van de BFVW: Henk de Jong 06 – 51 17 21 74
Inge van der Zee 06 – 11 40 25 91
4. De vertegenwoordiger van de BFVW controleert of aan alle voorwaarden is voldaan, constateert of het ei vers is en bepaalt of er sprake is van een eerste ei.
5. De vertegenwoordiger van de BFVW neemt vervolgens contact op met de Provincie of de betreffende gemeente.
6. Kinderen t/m 11 jaar mogen zonder nazorgpas het veld in.
7. Als er twee kievitseieren (bijna) tegelijkertijd worden gevonden, geldt het eerst gemelde kievitsei als eerste ei. Het tijdstip van de melding is hierbij leidend.
8. Als het eerste provinciale kievitsei deel uitmaakt van een legsel van meer dan één kievitsei, dan geldt dit zowel voor het eerste ei van Fryslân alsmede voor het eerste gemeente-ei.
9. Er kan geen eerste ei geclaimd worden op een reeds eerder gevonden nest.
10. Het tweede ei dat gevonden wordt in de gemeente waarin het eerste ei van de Provincie is gevonden, wordt beschouwd als het eerste ei van de gemeente.
11. Bovenstaande regels gelden ook voor het vinden van het eerste ei door de jeugd en daarvoor uit te reiken ‘Sulveren Polske’. De vind(st)er zit in de leeftijdscategorie van 6 t/m 12 jaar. Aaisykje onder begeleiding is toegestaan, maar het ei moet zelfstandig worden gevonden. De vondst moet direct worden gemeld bij de BFVW:
Henk de Jong 06 – 51 17 21 74
Inge van der Zee 06 – 11 40 25 91
Het hoofdbestuur meldt de vondst vervolgens bij het Provinciehuis.
Regels voor het vinden van het eerste kievitsei Vogelwacht Kollum e.o.
Voor het vinden van het eerste kievitsei van de Vogelwacht Kollum e.o zijn de hierboven beschreven regels van toepassing.
De volgende regels zijn aanvullend van toepassing:
1. Het ei moet gevonden zijn op een plaats welke valt binnen het wachtgebied van Vogelwacht Kollum e.o.
2. De vinder neemt direct na zijn/haar vondst contact op met een vertegenwoordiger van het bestuur van Vogelwacht Kollum e.o.
Uulco Hoekstra 0611624450
Dirk Henstra 0631648880
Mochten bovenstaande vertegenwoordigers niet bereikbaar zijn, dan kunt u een ander lid van het bestuur benaderen.
3. De vertegenwoordiger van het bestuur van de Vogelwacht Kollum e.o. controleert of aan alle voorwaarden is voldaan, constateert of het ei vers is en bepaalt of er sprake is van een eerste ei.
4 Bovenstaande regels gelden ook voor het vinden van het eerste ei door een jeugdlid van Vogelwacht Kollum e.o. De vind(st)er zit in de leeftijdscategorie van 6 t/m 12 jaar. Aaisykje onder begeleiding is toegestaan, maar het ei moet zelfstandig worden gevonden. De vondst moet direct worden gemeld bij een vertegenwoordiger van het bestuur van Vogelwacht Kollum e.o.
Uulco Hoekstra 0611624450
Dirk Henstra 0631648880
Mochten bovenstaande vertegenwoordigers niet bereikbaar zijn, dan kunt u een ander lid van het bestuur benaderen.