Kerkuilen in Noardeast Fryslân
Vanaf 1986 is de werkgroep kerkuilen actief in Noardeast-Fryslân. Dit was hard nodig omdat de kerkuil het in die tijd zwaar had en dreigde uit te sterven. Johan de Jong heeft de werkgroep in 1979 opgezet en heeft de provincie Fryslân in rayons verdeeld. Het rayon waar wij verantwoordelijk voor zijn staat op de kaart ingetekend. In dit gebied zijn ruim 120 nestkasten geplaatst en hiervan zijn er gemiddeld jaarlijks 25 bezet door kerkuilen. In de wintermaanden wordt de kast door de uilen gebruikt als slaapplaats.
Het plaatsen en verwijderen van nestkasten is altijd op verzoek van de eigenaar van het gebouw. De kerkuilen beginnen rond maart met het voorbereiden van het legsel. In deze periode veel activiteiten rond de nestkast. Rond de 1e week van juni gaan we de controles houden. Veelal worden we door de eigenaar gewaarschuwd dat er geblaas en gesis wordt gehoord in de nestkast. De keuze voor dit tijdstip heeft te maken dat de kerkuil snel verstoord is tijdens de broedperiode. De nestkasten werden in de beginjaren zo hoog mogelijk geplaatst. Uit ervaring is gebleken dat dit niet nodig is en daarom halen we de nestkasten, bij vervanging, naar een lagere plek, veelal met een anti-marterplaat boven de vliegopening.
Het hoofdvoedsel van de kerkuil is in ons gebied, de veldmuis. Een relatief, grote muis met veel voedingswaarde. De kerkuil gaat mee met de populatie van de veldmuis. Oftewel; veel muizen-grote legsels, weinig muizen-kleine of geen legsels.
De kerkuil heeft geen alternatief menu in de magere jaren. Zodra er jongen zijn dan worden de ring-momenten ingepland. Na het overlijden van Johan de Jong hebben we een nieuwe ringer, Arno Paulus, in onze regio. De kerkuil is een echte geluidsjager. Doordat bij de kerkuil beide gehoorgangen niet op dezelfde hoogte in de schedel zijn geplaatst kan de kerkuil “”diepte” horen. In het donker weet de kerkuil precies, na een duikvlucht, wanneer de klauwen gesloten moeten worden op de prooi klemvast te pakken. Het hartvormige gezicht werkt als een schotel om de kleinste geluiden te traceren.
Behalve de kerkuil komen de bosuil, velduil, oehoe, steenuil en de ransuil voor in ons wachtgebied.